Algemene voorwaarden

Algemene Huurvoorwaarden fietsverhuur Beachweb Sports B.V.
 
Artikel 1. Huursom
De huursom wordt bepaald aan de hand van de bij het aangaan van de huurovereenkomst  bij de verhuurder geldende tarieven, zoals deze in diens bedrijfsruimte vermeld zijn of ter inzage liggen. 
 
Artikel 2. Betaling
a.De huursom alsmede alle andere terzake van de huurovereenkomst verschuldigde bedragen zoals in de (af-)rekening opgenomen bedragen dienen aan verhuurder contant te worden voldaan, tenzij schriftelijk anders wordt overeengekomen.
b.Indien betalingen niet contant plaatsvinden is de verhuurder gerechtigd de verschuldigde bedragen te verhogen met een rente van 1% per maand, welke verhoging wordt beschouwd als een voorwaarde waaronder de huurder uitstel van betaling is verleend, zonder dat daarmee de overigens verplichting van huurder tot contante betaling komt te vervallen. Deze verhoging gaat 1 maand na factuurdatum in terwijl de verhuurder daarnaast gerechtigd is indien huurder ook na sommatie in gebreke blijft het verschuldigde bedrag te verhogen met incasso-, gerechts- en andere inningskosten, waaronder begrepen de kosten van de raadsman en de werkelijk gemaakte te specificeren buitengerechtelijke kosten. 
c. De in het contract vermelde waarborgsom strekt tot betaling van al hetgeen huurder aan de verhuurder verschuldigd is uit hoofde van de huurovereenkomst onverminderd de verplichting van de huurder het eventueel na verrekening met de waarborgsom resterende bedrag contant te voldoen en onverminderd het recht van verhuurder op volledige schade vergoeding. 
d. Indien de huurder door welke oorzaak dan ook geen gebruik kan maken van de fiets(en) draagt de verhuurder voor de daaruit voortvloeiende kosten en schaden geen aansprakelijkheid.
e.In geval in het vorige lid bedoeld blijft de huurder verplicht de volledige huursom en eventuele andere in de (af)rekening vermelde bedragen te voldoen, tenzij hij met betrekking tot de huursom aantoont, dat het niet kunnen gebruiken van de fiets(en) het gevolg was van een defect dat reeds aanwezig was bij de aanvang van de huurperiode.
 
Artikel 3. Huurperiode 
a.De huurperiode is de periode gelegen tussen de tijdstippen van de aanvang en van de inlevering zoals in het contract vermeld. 
b.Verlenging van de huurperiode kan slechts plaatsvinden na toestemming van de verhuurder en wel tegen de (verlenging)tarieven als bedoeld in artikel 1. 
c.Tussentijdse inlevering van de fiets(en) doet de huurovereenkomst eindigen zonder het recht op vermindering van de in het huurcontract vermelde of de wegens verlenging  vermeerderde huursom bestaat.
d. De fiets(en) moet(en) bij het adres van de verhuurder worden ingeleverd uiterlijk op het in het contract vermelde tijdstip van inlevering.
e. Indien de oorspronkelijke of verlengde huurperiode met meer dan 15 minuten wordt overschreden doordat de fiets(en) niet op tijd op het adres van verhuurder is (zijn) ingeleverd loopt de huur door tot het tijdstip dat de fiets(en) wordt (worden) ingeleverd of door de verhuurder is(zijn) ontvangen, tegen de tarieven als bedoeld in artikel 1 vermeerderd met een boete van €12 voor elke dag dat de fiets(en) te laat wordt (worden) ingeleverd of ontvangen zijn en onverminderd het recht op vergoeding van eventuele door de verhuurder te lijden kosten en schaden. 
f. Onverminderd het bepaald in het vorige lid heeft de verhuurder in dat geval het recht om de huurovereenkomst ontbonden te verklaren zonder rechterlijke tussenkomst en de teruggave van de fiets(en) onverwijld te vorderen of deze terug te nemen waar en bij wie de fiets(en) zich ook bevindt (bevinden). Deze bevoegdheid heeft de verhuurder ook indien de enige voorwaarden van de huurovereenkomst niet naleeft. 
 
Artikel 4. Gebruik 
a.De fiets(en) mag (mogen) slechts gebruikt worden overeenkomstig hun normale bestemming en door de in het huurcontract genoemde berijder(s). De fiets(en) moet(en) bij verhuurders adres schoon worden ingeleverd in de staat waarin de fiets(en) werd(en) ontvangen. De bagagedrager van der fiets kan maximaal 25 kg dragen!
b. De huurder dient als een goed huisvader voor de fiets(en) te zorgen. Zo dient huurder alle voorzorgsmaatregelen te treffen tegen beschadigingen, verlies of diefstal. 
c. De fiets(en) mag (mogen) in elk geval niet gebruikt worden in de duinen en op het strand, indien geen gebruik gemaakt kan worden van verharde paden en/of wegen. 
 
Artikel 5. Schade, verlies en diefstal
 De huurder is aansprakelijk voor beschadigingen aan of verlies/diefstal van de fiets(en) of onderdelen daarvan, zomede van fietssleutels en ketting(en)/sloten, tegen bedragen welke door de verhuurder naar normale normen worden vastgesteld, tenzij zij in het huurcontract zijn vermeld onder dagwaarde. De fietsen zijn niet verzekerd tegen aansprakelijkheid schade.
 
Artikel 6. Kosten tijdens gebruik 
Alle lasten en belastingen terzake van de fiets(en) is (zijn) voor rekening van de huurder. Evenzo zijn voor zijn rekening alle kosten aan het gebruik daarvan verbonden, zoals stalling, onderhoud en reparaties.
 
Artikel 7. Persoonsgegevens
De persoongegevens van huurder die worden vermeld op het contract worden door de verhuurder verwerkt in de zin van de wet bescherming persoonsgegevens aan de hand van deze verwerking kan de verhuurder: de overeenkomst uitvoeren, optimale service verlenen, huurder tijdig voorzien van product informatie en gepersonaliseerde aanbiedingen doen. Tegen verwerking ten behoeve van direct mailing wordt het eventueel door huurder bij verhuurder aan te tekenen verzet gehonoreerd. Algemene voorwaarden E – bike /  E – scooter / E – scooter

 

 

– Algemene voorwaarden E -objecten

ALGEMENE HUURVOORWAARDEN VAN DE LEDEN VAN DE AFDELING AUTOVERHUUR LEDENASSOCIATIE VAN BOVAG

Deze Algemene Voorwaarden van BOVAG Verhuurbedrijven zijn tot stand gekomen in overleg met de Consumentenbond en de ANWB in het kader van de Coördinatiegroep Zelfreguleringsoverleg (CZ) van de Sociaal Economische Raad en treden in werking per 1 januari 2010.

Begripsomschrijving

In deze voorwaarden wordt verstaan onder:

voertuig: het voertuig of de andere zaak, die (mede) het onderwerp is van de huurovereenkomst;

huurder:  de natuurlijke persoon of rechtspersoon die als huurder de huurovereenkomst sluit;

verhuurder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon lid van BOVAG Verhuurbedrijven die als verhuurder de huurovereenkomst sluit;

consument:  de huurder die een natuurlijk persoon is en de huurovereenkomst niet heeft gesloten in de uitoefening van beroep of bedrijf;

schade van de vermogensschade die verhuurder lijdt ten gevolge van:

verhuurder:  –    beschadiging (waaronder ook begrepen een toestand van het voertuig of van onderdelen daarvan die niet past bij normale slijtage) of vermissing van het voertuig of van toebehoren daarvan (onder meer sleutel, alarminstallatie, documenten zoals kentekenpapieren en grensdocumenten) of onderdelen daarvan.

Tot deze schade behoren onder meer de kosten van vervanging van (onderdelen van) het voertuig en de derving van huurinkomsten.

met of door het voertuig aan persoon of goed toegebracht nadeel, waarvoor de verhuurder, de kentekenhouder of de aansprakelijkheidsverzekeraar van het voertuig jegens derden  aansprakelijk is.

bovenhoofdse  schade van de verhuurder veroorzaakt door aanrijding met het deel van het

schade:     voertuig dat zich op een hoogte van meer dan 1,90 meter boven de grond bevindt of door aanrijding met op het voertuig bevestigde zaken die zich op meer dan 1,90 meter boven de grond bevinden.                                                   

bestuurder:   de feitelijk bestuurder van het voertuig.

schriftelijk:   in geschrift of elektronisch.                                                                                                                       

WAM:    Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen.                                                                        

 

 

 

I.  Generieke bepalingen

 

Artikel 1: Toepasselijkheid

Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten van huur en verhuur van voertuigen, inclusief eventuele accessoires die tussen verhuurder en huurder worden gesloten.

 

Artikel 2: Het aanbod

1.             Verhuurder brengt een aanbod schriftelijk of mondeling uit naar keuze van de huurder.

2.             Het aanbod is gedurende 14 dagen onherroepelijk behalve in het geval van onvoldoende beschikbaarheid.

3.             Het aanbod bevat een volledige en nauwkeurige omschrijving van de huurtermijn, de huursom en de mogelijk bijkomende kostenelementen. Tevens wordt vermeld de hoogte van het eigen risico, de eventuele afkoopmogelijkheid van het eigen risico en de eventuele            waarborgsom of andere wijze van zekerheidstelling.

4.             Het aanbod vermeldt de openingstijden van het bedrijf en het telefoonnummer waarop het bedrijf te bereiken is.

5.             Het aanbod vermeldt de wijze van betaling en de wijze van zekerheidstelling.

6.             Het aanbod gaat indien redelijkerwijs mogelijk vergezeld van een exemplaar van deze Algemene Voorwaarden. Is dit niet mogelijk dan worden de algemene voorwaarden bij het sluiten van de overeenkomst alsnog ter hand gesteld.

 

Artikel 3: De overeenkomst

1.             De overeenkomst komt tot stand door aanvaarding van het aanbod. Een mondelinge overeenkomst dient schriftelijk te worden bevestigd door de verhuurder.

2.             De huurovereenkomst wordt aangegaan voor de periode en het tarief zoals op de huurovereenkomst is vermeld of anderszins is overeengekomen. De huurovereenkomst vermeldt tevens het tijdstip van begin en einde van de huurperiode.

3.             Indien van toepassing vermeldt de huurovereenkomst het op grond van artikel 9 lid 7 overeengekomen maximumbedrag met verwijzing naar de in artikel 12 lid 2 van deze algemene voorwaarden opgenomen aansprakelijkheidsbeperking.

 

Artikel 4: De prijs en de prijswijzigingen

1.             De huursom en de eventuele bijkomende kostenelementen zoals prijs per kilometer worden vooraf overeengekomen evenals de eventuele bevoegdheid tot tussentijdse prijswijziging. De verhuurder draagt er zorg voor dat de huursom op deugdelijke wijze op de huurovereenkomst vermeld staat. 

2.             Als binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst een prijswijziging optreedt, zal deze geen invloed hebben op de overeengekomen prijs. De consument heeft recht op ontbinding van de overeenkomst als ná drie maanden na het sluiten van de overeenkomst maar voordat de huurperiode is aangevangen de prijs wordt verhoogd, tenzij bij de overeenkomst bedongen is dat de huurperiode later dan drie maanden na de overeenkomst zal aanvangen.

3.             Het tweede lid is niet van toepassing op prijswijzigingen die uit de wet voortvloeien zoals die ter zake van BTW.

4.             Vaststelling van het aantal gereden kilometers geschiedt aan de hand van de  kilometerteller, tenzij de kilometerteller defect is geraakt. Het na het optreden van het defect aan de kilometerteller gereden aantal kilometers wordt op de meest gerede wijze vastgesteld. Het hiervoor bepaalde over de kilometerteller is van overeenkomstige toepassing op de PTO- en koelmotor-bedrijfsurenteller.

5.             Gedurende de huurperiode zijn de aan het gebruik van het voertuig verbonden kosten, zoals tolgelden, Eurovignet en de kosten voor brandstof, reiniging en parkeren voor rekening van huurder.

6.             Huurkosten die niet uit de overeenkomst voortvloeien, kunnen niet in rekening worden gebracht.

 

Artikel 5: De huurperiode en de overschrijding van de huurperiode

1.             Huurder is verplicht het voertuig uiterlijk op de dag en op het tijdstip waarop de huurperiode eindigt, aan het in de huurovereenkomst vermelde bedrijf en adres of aan het nader overeengekomen adres terug te bezorgen. Verhuurder is verplicht het voertuig, tijdens openingstijden, in ontvangst te nemen.

2.             Het voertuig mag slechts met toestemming van de verhuurder worden teruggebracht buiten openingstijden en/of op een andere plaats ter beschikking worden gesteld.

3.             Afspraken over het eerder terugbrengen van het voertuig binnen de overeengekomen huurperiode zijn vrijblijvend.

4.             Indien het voertuig niet na afloop van de eventueel verlengde huurovereenkomst is ingeleverd op de afgesproken wijze, is verhuurder gerechtigd het voertuig onmiddellijk terug te nemen. De uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen van huurder blijven van kracht tot het moment dat het voertuig weer in het bezit is van verhuurder.

5.             Indien huurder het voertuig niet tijdig heeft ingeleverd, is verhuurder gerechtigd de huurder 20% van de daghuurprijs in rekening te brengen voor elk uur waarmee de huurperiode wordt overschreden. Na overschrijding met 5 uur kan per dag tot 1½ keer de daghuurprijs in rekening worden gebracht, onverminderd de verplichting van huurder tot vergoeding van door verhuurder geleden en te lijden schade. Als het feitelijk blijvend onmogelijk is om het voertuig te retourneren dan wordt geen verhoogde huurprijs in rekening gebracht. De verhoging van de huurprijs geldt niet indien huurder aantoont dat de overschrijding van de huurtermijn het gevolg is van overmacht.

 

Artikel 6: Annulering

1.             Indien een overeenkomst wordt geannuleerd, is de huurder de volgende annuleringskosten verschuldigd:

–          bij annulering tot de 42e dag (exclusief) voor de dag van verhuur: de aanbetaling met een maximum van 20% van de huursom;

–          bij annulering vanaf de 42e dag (inclusief) tot de 28e dag (exclusief) voor de dag van verhuur: 35% van de huursom;

–          bij annulering vanaf  de 28e dag (inclusief) tot de 21e dag (exclusief) voor de dag van verhuur: 40% van de huursom;

–          bij annulering vanaf  de 21e dag (inclusief) tot de 14e dag (exclusief) voor de dag van verhuur: 50% van de huursom;

–          bij annulering vanaf  de 14e dag (inclusief) tot de 5e dag (exclusief) voor de dag van verhuur: 75% van de huursom;

–          bij annulering vanaf  de 5e dag (inclusief) tot de dag van verhuur: 90% van de huursom;

–          bij annulering op de dag van verhuur of later: de volle huursom.

2.             Annuleringen buiten kantooruren worden geacht te zijn verricht op de eerstvolgende kalenderdag.

 
 

Artikel 7: Betaling

1.        Alleen voor huurovereenkomsten waarvan de huurperiode binnen drie  maanden aanvangt, kan vooruitbetaling tot 50% van de huursom worden gevraagd. Bij aanvang van de huurperiode kan betaling van een waarborgsom worden verlangd.

2.        De waarborgsom wordt  geretourneerd onder verrekening van de nog openstaande kosten zodra het voertuig is ingeleverd, tenzij er sprake is van schade van de verhuurder. In geval van schade van de verhuurder wordt de waarborgsom geretourneerd voor zover deze het bedrag waarvoor huurder aansprakelijk is, overschrijdt. Deze retournering zal plaatsvinden zodra duidelijk is dat van een dergelijke overschrijding sprake is. Indien er slechts sprake is van schade aan het voertuig, zal de retournering in ieder geval plaatsvinden binnen 2 maanden; indien er (ook) sprake is van schade aan derden, binnen 6 maanden.

3.        Ingeval de schade van de verhuurder is veroorzaakt door derden en verhuurder de schade volledig op deze derden verhaald heeft, zal de waarborgsom binnen 14 dagen na het verhaal van de schade worden geretourneerd. Verhuurder zal zich inspannen om schade veroorzaakt door derden zo spoedig te verhalen. De verhuurder houdt de huurder op de hoogte van de ontwikkelingen.

4.        Tenzij anders is overeengekomen, dient betaling van de huursom onmiddellijk na afloop van de huurperiode te geschieden. Betaling van andere bedragen dient te geschieden binnen tien dagen na ontvangst van de betreffende factuur. Bij niet-betaling is huurder van rechtswege in verzuim. Vanaf de datum van verzuim is huurder over het openstaande bedrag de wettelijke rente voor niet-handelsovereenkomsten  verschuldigd. Huurder is daarenboven gehouden tot betaling van de kosten die verhuurder maakt ten behoeve van incasso. De kosten van incasso buiten rechte worden op voorhand bepaald op de hierna aangegeven bedragen, tenzij deze in voorkomend geval onredelijk zouden zijn:

–      € 44,-, inclusief BTW, indien de hoofdsom plus rente € 500,- of minder bedraagt met

     een maximum van 15% van de hoofdsom.

–    € 75,- inclusief BTW, indien de hoofdsom plus rente meer bedraagt dan € 500,- maar

     niet meer dan € 5000,-;

–      € 768,- inclusief BTW indien de     hoofdsom plus rente meer bedraagt dan € 5000,-

     maar niet meer dan € 10.000,-;

–      € 904,- inclusief BTW indien de hoofdsom plus rente meer bedraagt dan € 10.000,-

     maar niet meer dan € 20.000,-;

–      € 1158,- inclusief BTW indien de hoofdsom plus rente meer bedraagt dan € 20.000,-.

 

Artikel 8: Verplichtingen huurder

1.     Onverminderd het onderstaande dient huurder met het voertuig om te gaan zoals een goed huurder betaamt en ervoor te zorgen dat het voertuig overeenkomstig zijn bestemming wordt gebruikt.

Zo is het huurder verboden het voertuig te gebruiken op een circuit dan wel op een terrein waarvoor het voertuig niet geschikt is of op een terrein waarvan huurder of bestuurder te kennen is gegeven dat betreding daarvan op eigen risico is.

2.     Huurder is gehouden het voertuig in oorspronkelijke staat bij verhuurder terug te bezorgen. Dit houdt onder meer in dat huurder verplicht is eventuele door of namens hem aangebrachte veranderingen en toevoegingen aan het voertuig ongedaan te maken, en wel in een zodanige mate dat hij het voertuig weer in de oorspronkelijke staat bij verhuurder kan terugbezorgen. Huurder kan hiervoor geen enkel recht op vergoeding doen gelden.

3.     Huurder is gehouden de lading van het voertuig op zorgvuldige wijze te borgen.

4.   Alleen personen die in de huurovereenkomst als bestuurder zijn aangeduid, mogen het voertuig besturen. Het is huurder niet toegestaan het voertuig ter beschikking te stellen aan een persoon die niet als bestuurder is vermeld op het huurcontract. Huurder dient er zorgvuldig op toe te zien dat geen van de in de huurovereenkomst als bestuurder aangeduide personen het voertuig bestuurt indien deze daartoe onbevoegd is of kennelijk geestelijk of lichamelijk ongeschikt is.

5.     Het is huurder niet toegestaan het voertuig te verhuren.

6.     Het is huurder niet toegestaan het voertuig te gebruiken voor rijles of voor vervoer van personen tegen betaling anders dan ten behoeve van ‘carpooling’, of met het voertuig wedstrijden, snelheids-, rijvaardigheids- of  betrouw­baarheidsproeven te houden.

7.   Het is huurder niet toegestaan het voertuig buiten de landsgrenzen van Nederland te brengen, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen met verhuurder.

8.     In geval van voor huurder kenbare of waarneembare schade of defecten aan het voertuig, is het huurder niet toegestaan het voertuig te gebruiken indien dat kan leiden tot verergering van de schade of van de defecten, of tot vermindering van de verkeersveiligheid.

9.     Huurder is verplicht de verplichtingen en verboden van dit artikel op te leggen aan      bestuurder, passagiers en andere gebruikers van het voertuig en toe te zien op de nakoming daarvan.

10. Huurder dient onder meer zorgvuldig om te gaan met de bij het voertuig behorende sleutels, de bediening van de alarminstallatie en de bij het voertuig behorende documenten (zoals het kentekenbewijs en de grensdocumenten).

 

Artikel 9: Instructies voor de huurder

1.      Huurder dient het oliepeil en de bandenspanning op niveau te (laten) houden en dient gevolg te geven aan een oproep van verhuurder om het voertuig voor onderhoud aan te bieden. Een dergelijke oproep van verhuurder zal zo tijdig gedaan worden dat huurder daaraan redelijkerwijs kan voldoen. Bij huurperioden van een maand of korter zal verhuurder huurder niet verplichten het voertuig voor regulier onderhoud aan te bieden.

2.      Huurder is gehouden het voertuig schoon te retourneren. Bij niet-nakoming van deze verplichting kunnen de schoonmaakkosten in rekening worden gebracht, met een minimum van € 25,- (incl. BTW).

3.      Huurder dient de door verhuurder aangegeven voor het voertuig geschikte brandstof te tanken met, indien vereist, de door verhuurder aangegeven vereiste toevoegingen.

4.      In geval van voor huurder kenbare of waarneembare defecten, schade aan of met het voertuig toegebracht of vermissing van het voertuig is huurder verplicht:

         – hier zo spoedig mogelijk melding van te maken;

         –  de instructies van verhuurder op te volgen;

       – gevraagd en ongevraagd alle inlichtingen en bescheiden die op de gebeurtenis                                  betrekking hebben aan verhuurder of aan diens verzekeraar te verstrekken;

        -het voertuig niet achter te laten zonder het behoorlijk tegen het risico van beschadiging of vermissing beschermd te hebben;

      – de verhuurder en door de verhuurder aangewezen personen alle gevraagde medewerking te verlenen ter verkrijging van schadevergoeding van derden of als

           verweer tegen aanspraken van derden.

5.  Bij ongevallen, beschadiging of vermissing is huurder daarnaast verplicht:

–     melding te doen bij de politie ter plaatse;

–     zo spoedig mogelijk een volledig ingevuld en ondertekend schadeaangifteformulier aan verhuurder over te leggen;

–     zich van erkenning van schuld in enigerlei vorm te onthouden.

6.     Huurder is verplicht de verplichtingen en verboden van dit artikel op te leggen aan      bestuurder, passagiers en andere gebruikers van het voertuig en toe te zien op de nakoming daarvan.

7.     Het is huurder niet toegestaan met het voertuig zaken te vervoeren met een gezamenlijke waarde van meer dan € 15.000,-, tenzij anders is overeengekomen.

8.     Huurder dient verhuurder zo spoedig mogelijk te informeren over:

 –   verstoring van de werking van de kilometerteller, de tachograaf, de snelheidsbegrenzer

  of de PTO- en koelmotor- bedrijfsurenteller zodra huurder er redelijkerwijs vanuit mag gaan dat er sprake is van een verstoring;

– verbreking van het verzegelplan van het brandstoftoevoersysteem zodra huurder er

redelijkerwijs vanuit mag gaan dat er sprake is van een verbreking;

–  het optreden van een gebeurtenis waardoor schade aan, met of door het voertuig ontstaat

   of redelijkerwijs kan ontstaan;

–  defect raken van het voertuig;

–  vermissing van of anderszins verlies van de macht over het voertuig, onderdelen en

   toebehoren daarvan;

– beslaglegging op het voertuig;

  en over andere omstandigheden waarover verhuurder redelijkerwijs geïnformeerd dient te worden.

9.    Indien verhuurder inlichtingen aan autoriteiten dient te verstrekken over de identiteit van de persoon die op enig moment het voertuig heeft bestuurd of gebruikt, dient huurder in verband daarmee gestelde vragen van verhuurder zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

 

Artikel 10: Verplichtingen verhuurder

      1.       De verhuurder levert het voertuig met de overeengekomen accessoires en specificaties en voorzien van de in Nederland verplichte uitrusting, schoon, goed onderhouden, met een volledig gevulde brandstoftank en, voor zover verhuurder kenbaar is of zou moeten zijn, in technisch goede staat af.

2.     Indien geen voertuig uit de overeengekomen categorie geleverd kan worden, zal op verzoek van huurder een upgrade in categorie voertuig plaatsvinden zonder dat hiervoor extra kosten in rekening kunnen worden gebracht. Aan een verzoek om een upgrade kan niet worden voldaan indien het overeengekomen voertuig zich reeds in de hoogste categorie bevindt.

3.     Verhuurder stelt samen met huurder voorafgaand aan de verhuur een rapport op waarbij eventuele schade die zich al aan het voertuig bevindt, wordt aangegeven.

4.     Verhuurder overhandigt huurder voorafgaand aan de huurperiode de vereiste documenten.

5.     Verhuurder dient ervoor te zorgen dat er in het voertuig een Nederlandstalige instructie aanwezig is, alsmede een overzicht van telefoonnummers waar huurder zich binnen en buiten openingstijden kan melden.

6.     Verhuurder vermeldt duidelijk op de auto bij voorkeur in de nabijheid van de brandstofvulopening welk type brandstof plus eventuele toevoegingen voor het voertuig moet worden gebruikt.

7.     In de Nederlandstalige instructie wordt vermeld op welke niveaus het oliepeil en de bandenspanning dienen te worden gehouden.

8.     Verhuurder draagt zorg voor adequate pechhulp zowel in Nederland als in het buitenland. Pechhulp in het buitenland geldt alleen als is afgesproken dat het voertuig ook in het buitenland gebruikt mag worden.

9.     Onder adequate hulp wordt in ieder geval verstaan dat er vervangend, zoveel mogelijk gelijkwaardig, vervoer wordt aangeboden door de verhuurder indien het voertuig wegens een tekortkoming voor reparatie moet worden aangeboden en de geschatte reparatieduur langer dan twee werkdagen is. Indien pech het gevolg is van eigen schuld, dan worden de kosten van de hulp niet door verhuurder vergoed.

10. Verhuurder inspecteert het voertuig direct bij inlevering door huurder op eventuele schade. Dit geldt zowel bij inlevering van het voertuig bij de eigen vestiging als bij inlevering van het voertuig op een andere vestiging.

 

Artikel 11: Aansprakelijkheid van de huurder voor schade

1.     Huurder is in geval van schade van de verhuurder per schadegeval aansprakelijk tot het op het huurcontract vermelde eigen risico. Voor voertuigen tot 3500 kg geldt in geval van bovenhoofdse schade een eigen risico dat maximaal € 1500,- bedraagt en voor andere schadegevallen maximaal € 1000,-.

2.     Indien de schade evenwel is ontstaan ten gevolge van handelen of nalaten in strijd met artikel 8, is huurder volledig aansprakelijk voor schade van de verhuurder, tenzij hij bewijst dat dit handelen of nalaten hem niet toerekenbaar is of volledige vergoeding naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.

3.     Indien het voertuig met toestemming van de verhuurder wordt teruggebracht buiten de openingstijden van de verhuurder en/of op een nader overeengekomen plaats niet zijnde de bedrijfslocatie van de verhuurder ter beschikking wordt gesteld voor afhalen door de verhuurder, blijft huurder overeenkomstig het eerste of tweede lid aansprakelijk voor de schade van de verhuurder ontstaan tot het tijdstip waarop verhuurder feitelijk het voertuig heeft geïnspecteerd of heeft laten inspecteren. Verhuurder zal in de hier genoemde situaties het voertuig bij eerste gelegenheid inspecteren en zal huurder direct informeren indien schade is geconstateerd.

4.     Voor schade van de verhuurder die bestaat uit vermogensschade ten gevolge van met of door het voertuig aan persoon of goed toegebracht nadeel, waarvoor verhuurder, de kentekenhouder of de aansprakelijkheidsverzekeraar van het voertuig jegens derden aansprakelijk is, geldt het bepaalde in het tweede lid van dit artikel slechts indien er volgens de voorwaarden van de WAM-verzekeringsovereenkomst geen dekking bestaat.

5.     In geval van schade aan het voertuig in het buitenland zijn de kosten van repatriëring van het voertuig voor rekening van verhuurder, tenzij het tweede lid van dit artikel van toepassing is.

 6.  Huurder is aansprakelijk voor gedragingen en nalaten van de bestuurder, de passagiers en    andere gebruikers van het voertuig, ook indien deze niet de instemming van huurder hadden.

 

Artikel  12: Gebreken aan het voertuig en aansprakelijkheid van de verhuurder

1.     Verhuurder is verplicht op verlangen van huurder gebreken te verhelpen, tenzij dit onmogelijk is of uitgaven vereist die in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet van verhuurder zijn te vergen. Deze verplichting geldt niet indien huurder jegens verhuurder aansprakelijk is voor het ontstaan van het gebrek en/of voor het gevolg van het gebrek. .

2.     Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade aan vervoerde zaken als gevolg van een gebrek aan het voertuig voor zover de totale waarde van die vervoerde zaken meer bedraagt dan € 15.000,-, tenzij overeenkomstig bepaalde in artikel 9 lid 7 een hoger bedrag is overeengekomen. Voor personenschade is verhuurder niet aansprakelijk voor zover de benadeelde recht kan doen gelden op uitkering krachtens verzekering of verstrekkingen uit anderen hoofde.

3.     Het bepaalde in het vorige lid geldt niet voor zover het gaat om gebreken die de verhuurder bij het aangaan van de overeenkomst kende of had behoren te kennen of terzake van het ontstaan waarvan de verhuurder opzet of grove schuld is te verwijten.

 

Artikel 13: Overheidsmaatregelen en informatie aan autoriteiten

1.     Voor rekening van huurder zijn alle sancties en gevolgen van maatregelen die in verband met het ter beschikking hebben door huurder c.q. gebruiken van het voertuig van overheidswege worden opgelegd, tenzij deze verband houden met een defect dat bij aanvang van de huur reeds aanwezig was of de sancties verband houden met omstandigheden die in de risicosfeer van verhuurder liggen.

2.     Indien deze sancties en maatregelen aan verhuurder worden opgelegd, is huurder gehouden verhuurder op diens eerste verzoek schadeloos te stellen, waarbij huurder aanvullend de kosten van administratie verschuldigd wordt, met een minimum van € 25,- (incl. BTW). Verhuurder dient die kosten zoveel mogelijk te beperken.

Indien verhuurder in verband met enige gedraging of nalaten van huurder, zoals een verkeersovertreding, informatie aan autoriteiten verstrekt, is huurder gehouden de daarmee gepaard gaande kosten te vergoeden, met een minimum van € 10,- (incl. BTW).

3.     Desgewenst krijgt de huurder een kopie van het officiële document waarmee de sanctie is opgelegd.

 

Artikel 14: Beslag op het voertuig

1.   Ingeval van administratief-, civiel- of strafrechtelijk beslag op het voertuig blijft

huurder gehouden tot nakoming van de verplichtingen van de huurovereenkomst, waaronder die tot betaling van de huursom, tot het moment waarop het voertuig vrij van beslagen weer in het bezit van verhuurder is, tenzij het beslag verband houdt met omstandigheden die in de risicosfeer van de verhuurder liggen.

2.   Huurder is gehouden verhuurder schadeloos te stellen voor alle uit het beslag voortvloeiende kosten.

 

Artikel 15: Ontbinding van de huur

1.        Verhuurder is gerechtigd de huurovereenkomst zonder ingebrekestelling of rechterlijke

tussenkomst te beëindigen en zich weer in het bezit van het voertuig te stellen -onverminderd zijn recht op vergoeding van kosten, schade en rente- indien:

–          huurder tijdens de huurperiode een of meer van zijn verplichtingen niet, niet tijdig of niet volledig nakomt tenzij de tekortkoming de ontbinding niet rechtvaardigt

–          huurder over­lijdt, onder curatele wordt gesteld, surseance van beta­ling aanvraagt, in staat van faillissement wordt verklaard, ten aanzien van hem de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen van toepassing wordt verklaard

–          verhuurder van het bestaan van omstandigheden blijkt, die van dien aard zijn dat ware verhuurder hiervan op de hoogte geweest, hij de huurovereenkomst niet was aangegaan.

2.        Huurder zal alle medewerking aan verhuurder verlenen om zich weer in het bezit van het

voertuig te doen stellen.

3.        Indien huurder overlijdt voordat de huurperiode aanvangt, is de huurovereenkomst zonder

ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst ontbonden .

4.        Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade die het gevolg is van de ontbinding van de

huurovereenkomst.

 

Artikel 16: Klachten en Bemiddelingsregeling

1.        Klachten over de uitvoering van de overeenkomst moeten volledig en duidelijk omschreven worden ingediend bij verhuurder tijdig nadat huurder de beweerde tekortkomingen heeft ontdekt. Niet tijdig indienen van de klacht kan tot gevolg hebben dat huurder zijn rechten terzake verliest.

2.        Indien de klachtafhandeling door verhuurder niet heeft geleid tot een voor huurder bevredigend resultaat, kan huurder naar keuze zijn klacht voorleggen aan

·   het BOVAG Bemiddelingsbureau, Post­bus 1100, 3980 DC te Bun­nik (telnr.  0900 2692268 (35 eurocent per minuut)), indien het gaat over een klacht over de uitlegging of uitvoering van deze algemene huurvoorwaarden ten opzichte van de verhuurder die lid is van BOVAG Verhuurbedrijven. Dit bureau zal in de klacht bemiddelen en trachten de klacht in der minne op te lossen volgens een reglement dat partijen vooraf ter kennis wordt gebracht of

·          zijn geschil voorleggen aan de Geschillencommissie (zie artikel 17).

     Indien de klacht is voorgelegd aan het Bemiddelingsbureau en ook de bemiddelingspoging

     niet heeft geleid tot een voor huurder bevredigend resultaat, kan huurder zijn geschil      

     alsnog voorleggen aan de Geschillencommissie.

 

Artikel 17: Geschillenregeling

1.   Geschillen tussen huurder niet handelend in de uitoefening van beroep of bedrijf en verhuurder over totstandkoming of de uitvoering van overeenkomsten met betrekking tot door verhuurder te leveren of geleverde diensten en zaken, kunnen zowel door huurder als verhuurder aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie Autoverhuur, Bordewijklaan 46, Postbus 90600, 2509 LP te Den Haag (www.degeschillencommissie.nl).

2.   Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling genomen, indien huurder zijn klacht eerst tijdig bij verhuurder heeft ingediend. Een geschil ontstaat indien de klacht van huurder niet naar tevredenheid door verhuurder en/of via de bemiddelingspoging van het BOVAG Bemiddelingsbureau is opgelost.

3.   Indien de bemiddelingspoging niet heeft geleid tot een voor huurder bevredigend resultaat moet huurder het geschil binnen zes weken na ontvangst van het bericht daarvan bij de Geschillencommissie aanhangig maken. Een huurder die geen gebruik maakt van de bemiddelingspoging moet het geschil uiterlijk drie maanden na het ontstaan daarvan bij de Geschillencommissie aanhangig maken. Van een geschil is dan sprake nadat de klachtafhandeling door verhuurder niet heeft geleid tot een voor huurder bevredigend resultaat.

4. Wanneer de huurder een geschil aanhangig maakt bij de Geschillencommissie, is verhuurder aan deze keuze gebonden. Indien verhuurder een geschil aanhangig wil maken bij de Geschillencommissie, moet hij huurder vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. Verhuurder dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van de voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig te maken.

5.   De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden krachtens dat reglement bij wege van bindend advies. Het reglement wordt desgevraagd toegezonden. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd.

6. Uitsluitend de rechter dan wel de hierboven genoemde Geschillencommissie is bevoegd van geschillen kennis te nemen.

 

Artikel 18: Nakomingsgarantie

1.  BOVAG staat garant voor de nakoming van de bindende adviezen door haar leden indien verhuurder geen gevolg geeft aan het bindend advies, tenzij het lid besluit het bindend advies binnen twee maanden na de verzending ervan, ter toetsing aan de rechter voor te leggen en het vonnis waarbij de rechter het bindend advies onverbindend verklaart in kracht van gewijsde is gegaan.

2.     De garantstelling van BOVAG betreft een door BOVAG uit te keren bedrag van maximaal € 1000,- tegen cessie van de vordering van huurder. Bij bedragen groter dan € 1000,- per geschil, keert BOVAG onder dezelfde voorwaarden het maximale bedrag van € 1000,- uit aan huurder. Voor het meerdere wordt huurder aangeboden om zijn vordering aan BOVAG te cederen, waarna BOVAG de betaling daarvan zo nodig in rechte zal vragen. BOVAG verbindt zich in dat geval om geïncasseerde gelden aan huurder over te dragen.

3.     De garantstelling bedoeld onder lid 2 geldt niet indien een rechter het bindend advies

vernietigt. In geval van faillissement, surseance van betaling of bedrijfsbeëindiging van verhuurder keert BOVAG alleen een bedrag tot maximaal € 1000,- per geschil uit en geldt de garantstelling alleen als huurder aan de formele verplichtingen heeft voldaan om het geschil bij de Geschillencommissie Autoverhuur aanhangig te maken voordat van een dergelijke situatie sprake is.

 

Artikel 19: Verwerking van persoonsgegevens van de huurder en van de bestuurder

 1.       De persoonsgegevens die worden vermeld op het contract worden door verhuurder als verantwoordelijke in de zin van de Wet Bescherming Persoonsgegevens verwerkt in een persoonsregistratie. Aan de hand van deze verwerking kan verhuurder uitvoering geven aan artikel 13 van deze voorwaarden, de overeenkomst uitvoeren, huurder of bestuurder optimale service en actuele productinformatie geven en huurder of bestuurder gepersonaliseerde aanbiedingen doen. De persoonsgegevens kunnen tevens worden doorgegeven aan gerechtsdeurwaarders indien sprake is van tanken zonder betaling.

Huurder en bestuurder kunnen om inzake en correctie met betrekking tot de verwerkte persoonsgegevens verzoeken en verzet aantekenen. Betreft het direct mailing, dan zal het verzet te allen tijde worden gehonoreerd.

2.     De in het eerste lid genoemde gegevens kunnen tevens worden opgenomen in het Autoverhuur Waarschuwing Systeem. BOVAG is namens de afdeling Verhuurbedrijven, postbus 1100, 3980 DC Bunnik naast de verhuurder verantwoordelijk voor verwerking van deze gegevens in het Autoverhuur Waarschuwing Systeem. De persoonsgegevens van huurder en/of van bestuurder kunnen in ieder geval worden opgenomen indien er sprake is van verduistering van het voertuig, indien de huurprijs niet of niet tijdig wordt voldaan en indien er opzettelijk schade wordt toegebracht aan het voertuig. Zie voor een volledige opsomming www.bovag.nl/elena.

Bij BOVAG kunnen genoemde personen om inzage en correctie met betrekking tot de verwerkte per­soonsgegevens verzoeken en schriftelijk in verzet komen.

 

Artikel 20: Toepasselijk recht

De huurovereenkomst wordt beheerst door Nederlands recht, tenzij op grond van dwingend recht het recht van een ander land van toepassing is.